Goochelaars hebben door de eeuwen heen mensen verbaasd en verwonderd met de meest ongelooflijke trucs. Maar wat maakt goochelarij nu echt zo fascinerend?
Wel… Het antwoord ligt diep verankerd in de “psychologie van illusie”. Onze hersenen zijn meesterlijk in het interpreteren van de wereld om ons heen. Ze vertrouwen op verwachtingen en aannames om snel te begrijpen wat er gebeurt.
Een goede goochelaar maakt gebruik van deze ingebouwde 'snelkoppelingen' in het menselijke brein om illusies op te wekken. Hij leidt je aandacht af, speelt met je verwachtingen en misleidt je zintuigen. Hieronder volgen enkele manieren waarop een goochelaar dit doet:
1. De Kracht van Afleiding
Een van de meest voorkomende technieken die een goochelaar gebruikt om je brein te foppen, is natuurlijk afleiding.
Stel je een goochelaar voor die de illusie opwekt dat hij een munt laat verdwijnen en van achter iemands oor laat herverschijnen. Terwijl hij je aandacht vestigt op het schijnbare feit dat hij met de linkerhand de munt uit de rechterhand neemt, laat hij de munt in de rechterhand achter en vestigt hij al zijn energie en aandacht op subtiele wijze op de linkerhand, alsof hij daar de munt vasthoudt; hij laat daarbij de rechterhand (die de munt werkelijk tussen de vingers verborgen houdt) ‘dood’ naast het lichaam vallen, om een moment later van achter het oor van een niets vermoedende toeschouwer met de rechterhand de munt tevoorschijn te halen.
Je kan hiervan een duidelijk voorbeeld zien in de volgende video: Het verschijnende muntstuk.
Bewegingen en manipulatie worden vaak ondersteund door verbale afleiding. De goochelaar kan vragen stellen aan het publiek of een verhaal vertellen om de aandacht af te leiden van het cruciale moment van de verdwijning.
2. Het Principe van Verwachting
Een ander cruciaal element in de psychologie van illusie is het principe van verwachting. Onze hersenen zijn geprogrammeerd om verwachtingen te vormen op basis van ervaring en context. Goochelaars maken hier handig gebruik van door ons te laten verwachten wat er zou moeten gebeuren, en dan plotseling iets totaal anders te doen.
Een klassiek voorbeeld is de volgende kaarttruc. De goochelaar vraagt iemand uit het publiek om een kaart te kiezen en deze terug te plaatsen in het kaartspel. De toeschouwer verwacht dat de goochelaar de kaart op de een of andere manier zal vinden door het kaartspel te doorzoeken of de kaart onder controle te houden door een vinger in het kaartspel te stoppen op de plaats waar de gekozen kaart zich bevindt. Maar in plaats daarvan haalt de goochelaar de kaart uit zijn broekzak of ergens anders onverwachts tevoorschijn. Dit verrassingseffect is gebaseerd op het doorbreken van de verwachting en leidt tot verbazing en verwondering.
Een ander voorbeeld kan je zien in het volgende filmpje: Het verdwijnende glas. Tony laat je in dit filmpje geloven dat een muntstuk onder een glas zal verdwijnen, maar in de plaats daarvan verdwijnt geheel onverwacht het glas zelf !
3. Cognitieve Dissonantie: Het Brein in Conflict
Een ander fascinerend fenomeen dat optreedt tijdens goocheltrucs is ‘cognitieve dissonantie’. Het woord ‘cognitie’ betekent kennis en het woord ‘dissonantie’ betekent tegenstrijdig.
Cognitieve dissonantie is een psychologisch concept dat verwijst naar een innerlijke spanning of een soort ongemak dat ontstaat wanneer iemand tegenstrijdige overtuigingen, attitudes of gedragingen ervaart. Dit gevoel van ongemak ontstaat doordat mensen de neiging hebben om consistent te willen zijn in hun denken en gedragingen.
Hier is een eenvoudig voorbeeld om cognitieve dissonantie beter te begrijpen:
Stel je voor dat iemand rookt (gedrag) en tegelijkertijd weet dat roken schadelijk is voor de gezondheid (overtuiging). Deze persoon bevindt zich in een staat van cognitieve dissonantie omdat zijn gedrag (roken) in strijd is met zijn overtuiging (roken is schadelijk). Om deze ‘dissonantie’ (tegenstrijdigheid) te verminderen, kan de persoon verschillende strategieën gebruiken, zoals zijn overtuiging veranderen (bijvoorbeeld, door zichzelf wijs te maken / te gaan geloven dat roken toch niet zo schadelijk is), zijn gedrag veranderen (stoppen met roken), of het minimaliseren van de tegenstrijdigheid door redenen te bedenken waarom te blijven roken.
Laat ik ook even een voorbeeld geven van ‘cognitieve dissonantie’ in de context van goochelen. In het filmpje hierboven, onder punt 1, van ‘de verschijnende munt’ laat ik (schijnbaar) een munt verdwijnen om deze dan weer tevoorschijn te laten komen achter iemands oor. Het publiek (de kinderen in dit geval) weet dat objecten in principe niet zomaar kunnen verdwijnen en (her)verschijnen, omdat dit ingaat tegen de algemene wetenschap en overtuiging dat de fysieke wereld consistent en voorspelbaar is (overtuiging).
Wanneer ik echter de munt laat verdwijnen en deze plotseling achter iemands oor tevoorschijn laat komen (gedrag), ontstaat er een vorm van ‘cognitieve dissonantie’ bij het publiek (de kinderen). Ze hebben net iets gezien wat niet past bij hun normale verwachtingen over de wereld. Dit brengt hen volledig in de war en zorgt voor het waaw-gevoel en sterke uitingen van verwondering.
In het volgende filmpje heb je nóg een voorbeeld van een goocheltruc die ‘cognitieve dissonatie’ oproept: Het geknipte en herstelde touwtje.
In dit goochelvoorbeeld illustreert ‘cognitieve dissonantie’ hoe mensen reageren wanneer ze worden geconfronteerd met een situatie die ingaat tegen hun normale verwachtingen en overtuigingen. Goochelaars maken gebruik van deze psychologische reactie om de illusie van hun trucs te versterken en het publiek te verbazen.
4. Illusie en Realiteit
De kracht van goochelarij ligt niet alleen in de technische vaardigheden van de goochelaar, maar ook in de manier waarop het publiek actief deelneemt aan het creëren van de illusie. Onze hersenen vullen de ontbrekende informatie in met wat we verwachten te zien, en dit proces van cognitieve aanvulling is wat goochelaars in staat stelt om ons brein te foppen.
In het volgende filmpje zie je daar een voorbeeld van: Telekinese.
In zekere zin herinnert goochelarij ons eraan dat wat we waarnemen niet altijd de realiteit weerspiegelt. Het is een kunstvorm die ons uitdaagt om kritisch te denken en onze eigen perceptie te onderzoeken.
Conclusie
Goochelen is veel meer dan alleen trucjes en illusies vertonen; het is een diepgaande studie van de menselijke geest en perceptie.
Een goede goochelaar begrijpt hoe onze hersenen werken en maakt gebruik van die kennis om je te verbazen en te verwonderen. Door afleiding, verwachting, cognitieve dissonantie en het creëren van illusie en realiteit, houdt een goochelaar je geboeid en laat hij je nadenken over de complexiteit van je eigen brein.
De volgende keer dat je een goochelaar aan het werk ziet, weet je dat het niet alleen de truc is die magisch is, maar ook de manier waarop je brein erop reageert… 😉.