Maar waar komt magie eigenlijk vandaan en hoe is het in de loop der tijden geëvolueerd? In dit artikel gaan we even dieper in op de geschiedenis van magie en zijn evolutie.
Magie heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot ver in de oudheid. De oudste bekende verwijzing naar magie komt uit het oude Egypte, waar tovenaars en magiërs de krachten van de natuur en de goden gebruikten om hun wensen te vervullen. Magie was ook een belangrijk onderdeel van de oude Griekse cultuur, waar tovenaars en tovenaressen bekend stonden om hun vermogen om bovennatuurlijke krachten te gebruiken.
In de middeleeuwen echter werd magie gezien als een duistere kunst en werden mensen die er gebruik van maakten vaak beschuldigd van hekserij. Desalniettemin bleef magie populair, vooral onder het gewone volk, dat vaak zijn toevlucht zocht tot tovenaars en heksen om hen om hulp te vragen bij het oplossen van problemen en het vervullen van hun wensen.
Met de opkomst van de wetenschap en de verlichting, een intellectuele stroming in de 18e eeuw, begon magie langzaam aan terrein te verliezen. De wetenschap werd vanaf nu gezien als de enige manier om de wereld om ons heen te begrijpen en magie werd gezien als bijgeloof. Toch bleef in de populaire cultuur magie voortleven, maar dan vooral in de vorm van goochelkunst, vingervaardigheid en illusionisme.
In de 19e eeuw begon magie een nieuwe evolutie te ondergaan. Goochelaars begonnen te experimenteren met nieuwe technieken en voorhanden zijnde apparatuur, waardoor hun trucs als vernieuwend werden ervaren en steeds spectaculairder werden. Tegelijkertijd begonnen illusionisten zoals Harry Houdini beroemd te worden door hun vermogen om ontsnappingsacties en stunts uit te voeren die voor de gewone mens onmogelijk leken.
In de 20e eeuw wonnen magie, illusionisme en goocheltechnieken steeds meer aan terrein, vooral in de filmindustrie en de televisie. De tovenaars en heksen uit de middeleeuwen werden de helden van verhalen zoals Harry Potter, terwijl illusionisten zoals David Copperfield, mijn held en grote voorbeeld, beroemdheden werden die de wereld veroverden met hun ongewoon talent. Over David Copperfield maak ik nog wel eens een apart blogartikel, want het is dankzij hem dat ik mijn hele leven aan de kunst van het goochelen heb gewijd. Hij is de man die maar eventjes het vrijheidsstandbeeld van Amerika heeft laten verdwijnen!
Het is dankzij “Robert Houdin”, nog zo’n geniaal talent waarover ik beslist eens een blog moet schrijven, dat de goochelkunst meer aanzien kreeg en dat goochelaars in theaterzalen en aan huis, bij welgestelde mensen, begonnen op te treden.
De voorbij 25 jaar heeft de wereld van de magie zich enorm ontwikkeld en is deze bijzonder geëvolueerd. Moderne magie is niet langer beperkt tot de traditionele goocheltrucs en illusies die we gewend zijn te zien op het podium. Een van de grootste veranderingen in de wereld van de magie is de wederopkomst van het straatgoochelen. Deze vorm van goochelen en illusionisme richt zich op het verrassen en verbazen van mensen in het dagelijks leven, en het is vooral populair geworden dankzij de televisieserie "Street Magic" van David Blaine. Dus je ziet het: De geschiedenis herhaalt zich voortdurend… In de 19e eeuw traden goochelaars vooral op op straat en nu doen ze dat opnieuw.
Goochelkunst en illusionisme zijn vandaag de dag populairder dan ooit. Niet alleen bij jongeren, maar bij mensen van alle leeftijden.
Maar magie is ook bijzonder geëvolueerd en aangepast aan de moderne tijd. Er is een groeiende trend van magie als middel tot persoonlijke ontwikkeling en zelfexpressie. Via bijvoorbeeld teambuildings en workshops , gebruiken goochelaars hun vaardigheden om mensen te helpen, hun creativiteit te stimuleren en hun communicatievaardigheden te verbeteren.
Ook voor de goochelkunst geldt de beroemde uitspraak van Julius Caesar: “Veni, vidi, vici!”